Op 14 december 2018 heeft de Hoge Raad bevestigd dat professionele kredietaanbieders moeten waken tegen overkreditering. Bij de aanvraag van een hypothecaire lening bij Amstelstaete verstrekken M en V onjuiste inkomensgegevens. Amstelstaete laat na om deze inkomensgegevens te controleren, waardoor zij haar zorgplicht om te waken tegen overkreditering schendt. Het feit dat de aanvraag plaatsvond via een tussenpersoon doet aan de zorgplicht van Amstelstaete geen afbreuk.
Feiten
M en V sluiten in 2006 een hypothecaire geldlening af bij Amstelstaete via een, gevolmachtigde, onafhankelijke tussenpersoon. De inkomensverklaring vermeldt een jaarlijks inkomen van € 43.176,- voor M en € 27.500,- voor V. Deze verklaring is echter niet in lijn met het inkomen dat zij op dat moment verdienen. Het daaropvolgende jaar valt het inkomen van M door zijn pensionering terug tot € 28.123,-. V genereert geen inkomen waardoor dit terugvalt tot € 0,-.
Een gedeelte van de geldlening van M en V wordt gestort in een beleggingsfonds, wat middels maandelijkse onttrekkingen ervoor zorgt dat M en V hun lasten kunnen blijven voldoen. Wanneer het beleggingsfonds deze onttrekkingen niet langer verstrekt in oktober 2008, kunnen M en V echter niet langer aan hun verplichtingen doen. Dit heeft uiteindelijk tot gevolg dat de woning van M en V in 2015 wordt verkocht met een restschuld van € 120.006,-.
Geschil
M en V stellen dat Amstelstaete haar zorgplicht heeft geschonden, door geen controle uit te voeren op de financiële gegevens welke M en V (middels haar tussenpersoon) verstrekten. Amstelstaete heeft daarmee immers welbewust een risico genomen. De rechtbank Den Haag honoreert de vorderingen van M en V en het gerechtshof Den Haag bekrachtigt het vonnis van de rechtbank.
Amstelstaete gaat hierop in cassatie bij de Hoge Raad en stelt onder meer dat M en V al in 2006 wisten dat de inkomensgegevens onjuist waren ingevuld en zodoende de vordering van M en V verjaard is. De Hoge Raad verwerpt het beroep van Amstelstaete en bevestigt hiermee de uitspraak in hoger beroep.
De Hoge Raad steunt zich hierbij op de volgende overwegingen. Ten eerste stelt de Hoge Raad dat de dwingende bewijskracht van de inkomensverklaring zich niet uitstrekt tot het feit dat M en V bij het opstellen van deze verklaring al wisten dat er onjuiste inkomensgegevens waren ingevuld. Het is aan Amstelstaete om te bewijzen wanneer de verjaringstermijn van de vordering van M en V begint te lopen, deze heeft verzuimd te bewijzen dat dit in 2006 plaatsvond.
Ten tweede stelt de Hoge Raad dat er op Amstelstaete, als “execution only” kredietverstrekker, in 2006 ook al een zorgplicht rustte. Deze zorgplicht bestaat er in dat professionele kredietverstrekkers verplicht zijn informatie in te winnen van de kredietnemer. De kredietverstrekker mag hierbij niet blind uitgaan van de door de tussenpersoon verstrekte gegevens omtrent de inkomensgegevens van de kredietnemer. De kredietverstrekker blijft in deze verantwoordelijk om te waken tegen overkreditering van de kredietnemer en moet, zo nodig, zelf de nodige maatregelen nemen ten einde de verstrekte informatie te verifiëren.
De Hoge Raad besluit dan ook dat Amstelstaete haar zorgplicht, te weten het waken voor overkreditering, heeft geschonden.
Twijfelt u of dat uw kredietverstrekker heeft voldaan aan haar zorgplicht? Of bent u van mening dat u het slachtoffer van overkreditering bent geworden? Sieben Advocaten adviseert u graag over uw positie en komt zo nodig voor u in actie. Aarzel niet en neem contact op met een van onze specialisten voor een gratis en vrijblijvend kennismakingsgesprek.
©
2018
Sieben Advocaten – Oprecht geïnteresseerd
vennootschapsrecht |arbeidsrecht| financieel recht | vastgoedrecht |
Terug naar overzicht